Manuele lymfdrenage

Manuele lymfdrenage2018-08-13T12:07:53+00:00

In de loop van de laatste 30 jaren hebben wij verschillende anatomische onderzoekingen verricht (op lijken en levende wezens) met als doel het verloop van de lymfatische banen te onderzoeken. (300 lijken voor het bovenste lidmaat AL1.32 ; voor het hoofd en de hals OL1.6 ; voor het onderste lidmaat réf. ).
We hebben de MLD op punt gezet als gevolg van experimenten op het levend dier en de gezonde mens.(AL1.2, AL1.3, AL1.5, AL1.7, AL1.10 AL1.14, OL1.3, OL1.4, AL2.23).

Wij vatten deze MLD techniek samen op de volgende manier :

Drainage van de ganglia

Het bestaat uit het bevorderen van het leegmaken der ganglia.
Het bekken van een ganglion ledigt zich door eenvoudig te drukken. Het gaat hier niet om een stimulatie, daar een ganglion zich niet samentrekt. Alleen lymfevaten kunnen zich samentrekken. In een ganglion vindt men geen gladde spiercel.

De drainage der ganglia is geen oproeptechniek in de echte zin van het woord daar wij nooit een prikkel tot evacuatie geregistreerd hebben gedurende deze techniek. Het doel is plaats te maken voor het door de vaten aangevoerde lymfevocht.

Drainage oproeptechniek

Dit bestaat uit het verhogen van de samentrekkingsfrequentie der lymfatische banen die deze regio “draineren”. Deze techniek werd gecontroleerd door lymfoscintigraphie (OL1.1, OL1. 3, OL1.4).

Er is een associatie van 2 effecten in deze techniek : niet alleen is de samentrekkingsfrequentie van de lymfevaten verhoogd maar we hebben ook een versnelde lediging gemeten in de elementen van het oedeem. Dat is de reden waarom wij, door toedoen van deze laatste bevinding, de techniek “oproepen” hebben genoemd.

Drainage resorptie techniek

Deze techniek bestaat erin de capaciteit van het opnemen van de lymfatische en veneuze banen te bevorderen ten overstaan van het oedeem. MLD bevordert grotendeels de opname van de macromoleculen (OL1.3) terwijl het veneus stelsel het element “vocht” van het oedeem opneemt. Deze techniek heeft maar zin als ze toegepast wordt op het oedeem zelf.

De toepassing van de techniek MLD zal natuurlijk aangepast worden volgens de pathologie. De vervangende banen worden enkel behandeld bij patiënten die een adenectomie hebben ondergaan( AL1.32 ).
In de andere gevallen moet men de klassieke anatomische distributie respecteren. Men moet er evenwel rekening mee houden dat sommige varianten niet altijd beschreven zijn, en we hebben er geïsoleerd gedurende de verschillende anatomische dissecties op lijken (baan van Caplan*).

De duur van een behandeling met MLD kan uiterst verschillend zijn. Dit kan bijvoorbeeld voor eenzelfde klinisch symptoom (dik been) gaan van een kwartier tot 20 minuten in een geval van traumatologie – tot een half uur bij een congenitaal oedeem – en tot driekwart uur als de patiënt een interventie heeft ondergaan van het oncologisch type (hysterectomie).